Rechtbank Midden-Nederland geeft meer duidelijkheid over begrip "één huishouden" in omgevingsplannen - Speelman & Voogd Advocaten

14 januari 2025

Rechtbank Midden-Nederland geeft meer duidelijkheid over begrip “één huishouden” in omgevingsplannen

De Rechtbank Midden-Nederland heeft een interessante uitspraak gedaan over de huisvesting van arbeidsmigranten. In deze zaak werd aangevoerd dat de bestemmingsplanregel ‘één huishouden’ strijd zou opleveren met het Europese recht op vrij verkeer van werknemers, zoals gewaarborgd in artikel 45 VWEU (Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). De rechtbank heeft de planregel exceptief getoetst aan dit hogere recht. In dit artikel bespreken wij de feiten van de zaak en de beoordeling door de bestuursrechter.

Feiten

Eiseres in deze zaak had een woning waarin zij arbeidsmigranten huisvestte. De gemeente trad handhavend op omdat deze huisvesting volgens de gemeente in strijd was met het bestemmingsplan. Op het perceel rustte de bestemming ‘wonen’, waarbij de planregels bepaalden dat het gebruik voor wonen was toegestaan als het gebouw door één huishouden werd bewoond. Volgens de gemeente voldeden de arbeidsmigranten niet aan deze definitie van ‘één huishouden’.

Eiseres stelde dat de planregel discriminerend was omdat deze arbeidsmigranten beperkte in hun mogelijkheden om huisvesting te vinden in Nederland. Op basis hiervan verzocht eiseres de rechtbank om te beoordelen of de planregel in strijd was met het recht op vrij verkeer van werknemers, zoals vastgelegd in artikel 45 VWEU.

Oordeel van de Rechtbank

De rechtbank moest de bestemmingsplanregel exceptief toetsen aan het VWEU. Een bestemmingsplan is een besluit van algemene strekking (bas), en er kan op grond van artikel 8:3 lid 1 Awb geen direct beroep worden ingesteld tegen algemeen verbindende voorschriften. Hierdoor is exceptieve toetsing noodzakelijk. Dit houdt in dat de bestuursrechter de rechtmatigheid van de planregel kan toetsen aan hogere regelgeving of algemene rechtsbeginselen.

In dit geval onderzocht de rechtbank of de planregel evident in strijd was met het Europese recht op vrij verkeer van werknemers. Alleen in geval van evidente strijd kan een planregel onverbindend worden verklaard of buiten toepassing worden gelaten.

Geen Evidente Strijd

De rechtbank concludeerde dat de planregel niet in strijd was met artikel 45 VWEU. Volgens de rechtbank was er geen sprake van directe discriminatie, omdat de planregel niet rechtstreeks onderscheid maakte op basis van nationaliteit of andere verboden gronden. Ook was er geen sprake van indirecte discriminatie. Een neutrale bepaling zoals de ‘één huishouden’-regel kan nadelige gevolgen hebben voor bepaalde groepen, maar in dit geval was dat niet aan de orde. De rechtbank benadrukte dat de regel iedereen gelijk trof, bijvoorbeeld ook studenten die in veel gevallen niet voldoen aan de definitie van ‘één huishouden’.

Definitie van ‘één huishouden’

Daarnaast voerde eiseres aan dat de arbeidsmigranten wel degelijk konden worden beschouwd als ‘één huishouden’. De rechtbank wees deze beroepsgrond af. Voor de definitie van ‘één huishouden’ is continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid essentieel. Dit was in dit geval niet aanwezig, waardoor de rechtbank oordeelde dat de arbeidsmigranten niet voldeden aan de planregel.

Conclusie

Deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland is een belangrijke toevoeging aan de jurisprudentie over de huisvesting van arbeidsmigranten. De ‘één huishouden’-eis, die vaak wordt gehanteerd bij de bestemming ‘wonen’, blijkt niet in strijd te zijn met het Europese recht op vrij verkeer van werknemers. Voor werkgevers en beleidsmakers biedt deze uitspraak helderheid over de grenzen van planregels en het Europese recht.

Neem contact op!

Wilt u meer weten over de juridische aspecten van huisvesting of hulp bij juridische vraagstukken? Neem gerust contact met ons op.